Home > Nieuws > ‘Delen is de basis van WON’

‘Delen is de basis van WON’

De waarde van het WON-netwerk voor beginnende én ervaren scholen
Netwerksamenwerking vormt de basis van WON. Hoe dit er in de praktijk uitziet verschilt. Een mooi voorbeeld vinden we bij WON-school het Stedelijk Gymnasium van ’s-Hertogenbosch, lid sinds schooljaar 2019-2020. Zij hadden een vliegende start doordat zij optimaal gebruikmaken van het netwerk.

Tekst: John Tholen

Toen Peter Willems en Miel Hummelink, nu de WON-coördinatoren op het Stedelijk Gymnasium van ’s-Hertogenbosch, na gingen denken over een nieuw wetenschapsvak op hun school, kwamen ze op het spoor van WON. De gevorderde kwaliteit van wetenschapsonderwijs binnen het netwerk en de mogelijkheid tot ondersteuning in de ontwikkeling van een eigen vorm van wetenschapsonderwijs deed hen besluiten aan te haken. De school stelde zich open voor inspiratie, die heeft bijgedragen tot een snelle en onderbouwde ontwikkeling van het vak wetenschapsoriëntatie (wso).

Creativiteit is belangrijk op het Stedelijk Gymnasium. ‘Het creatieve denkproces komt in reguliere lessen niet genoeg naar boven. We hadden vroeger projecten waarin veel creativiteit zat, maar geen overkoepelend doel of leerlijn.’ De wens ontstond om een bewuste opbouw te ontwerpen door alle leerjaren. Hiermee wil de school leerlingen niet alleen beter voorbereiden op hun profielwerkstuk, maar een heuse cultuuromslag teweeg brengen. Peter verduidelijkt: ‘Lessen ondergaan is nog te veel de norm. We zouden willen dat alle leerlingen op een eigen niveau eigenaarschap hebben over hun leerproces. Het vak wso is een middel om autonomie te stimuleren. Dat zal hopelijk een positieve uitwerking hebben op alle vakken.’

Inspiratie uit het netwerk
Peter en Miel hebben door heel het land een aantal WON-scholen bezocht om inspiratie op te doen voor het opzetten van hun nieuwe wetenschapsvak. Ze zagen op iedere school duidelijk een eigen invulling aan WON-onderwijs terug, vanuit een gedeelde overtuiging. Daarover zijn ze enorm enthousiast: ‘Die schoolbezoeken vond ik erg inspirerend. Het geeft zo veel ideeën voor je eigen school.’ Op deze manier hebben ze vanaf het begin gebruikgemaakt van WON als een netwerksamenwerking. Hun inzichten en ideeën hebben de coördinatoren binnen hun school gedeeld met een groot team van zo’n twintig docenten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van wso.

De landelijke docentendag afgelopen november leverde belangrijke inzichten op voor een theoretische basis voor het te ontwikkelen onderwijs. ‘De WON-docentendag vond ik echt een inspiratiebron. Het was voor mij een moment waarop is dacht: dit is echt te gek. Ik kreeg daar energie van.’ Het uitgedeelde boekje, ontwikkeld door een WON-team uit regio Midden, bevat een handreiking voor docenten over hoe je onderzoekend leren kunt vormgeven in je les (er wordt nog gewerkt aan een definitieve versie, die voor het netwerk beschikbaar zal komen).

Delen is vooruitgang
Tegelijkertijd zien de WON-coördinatoren ook een belangrijk verbeterpunt voor het netwerk: ‘Sommige docenten en ook schoolleiding hadden moeite met het delen van hun materialen.’ Peter en Miel zien een deelcultuur juist als fundamentele voorwaarde voor een bruisende netwerksamenwerking. ‘Ongelijkheid zal er altijd zijn: je hebt pioniers die verder zijn en die in moeilijke omstandigheden zijn gestart. De waardering voor hun werk is er zeer zeker. Als we als beginnende WON-school hiervan gebruik mogen maken, gaan we niet alleen als school maar ook als netwerk veel sneller vooruit. Delen is de basis van WON.’ De WON-coördinatoren willen met hun startende WON-onderwijs zo snel mogelijk op hetzelfde ontwikkelde niveau raken als ervaren WON-scholen, om vervolgens samen een volgende stap te zetten. Daarom is terughoudendheid in het delen van materiaal volgens hen niet slim en doet het afbreuk aan het concept. ‘Je ziet op andere scholen veel mooi materiaal, dat ik graag aan mijn collega’s in Den Bosch zou laten zien. Dit kan voor ons ter inspiratie dienen om een eigen product te ontwikkelen. Het materiaal zul je nooit een-op-een kunnen toepassen binnen je eigen school, maar altijd moeten omwerken.’

Stimuleren van eigenaarschap
Met een team van zo’n twintig docenten is gedurende de eerste helft van het schooljaar gewerkt aan een invulling van het nieuwe vak wso voor leerjaar 1 en 2. Dit wordt in de tweede helft van het jaar direct in de praktijk gebracht. Peter en Miel lichten toe: ‘Het leek ons beter om vanuit de hele school zo’n nieuwe ontwikkeling te dragen, dan vanuit een selecte groep docenten iets dergelijks op te zetten. Iedereen is zo in de gelegenheid om inbreng te leveren, op basis waarvan we tot een gezamenlijke opbrengst komen waar iedereen zich in kan vinden. Dit draagt bij aan het creëren van een grote betrokkenheid.’

Leerlingen zijn binnen het nieuwe vak wso direct vanaf de brugklas vrij in het kiezen van hun onderzoeksonderwerp. Na drie startlessen, waarin leerlingen geprikkeld en geënthousiasmeerd worden, beginnen ze aan het uitdenken van hun vrije opdracht. Door WON-collega’s op andere scholen werd Peter wel eens gewaarschuwd voor dit plan. ‘Leerlingen zouden de vrijheid niet aankunnen en meer structuur nodig hebben om effectief te leren. Wij hebben als uitgangspunt een omgekeerde leercyclus: je gaat iets doen met weinig voorkennis, waardoor je allerlei fouten gaat maken. Vervolgens krijg je feedback, die centraal staat in gesprekken met docenten.’ Voor die gesprekken heeft de school bewust veel tijd ingeruimd binnen de lesuren van het vak. Zowel individueel als in groepsverband zullen leerlingen dan reflecteren op wat er is gebeurd, wat ze daarvan vinden en wat ze zouden willen verbeteren. ‘Helemaal vanuit het leerproces van de leerling, gericht op eigenaarschap.’

Niet alleen voor leerlingen zal dit wennen zijn, ook voor hun docenten. Een dergelijke opzet zorgt ervoor dat docenten een andere taak krijgen: van docerend naar begeleidend. ‘Het is moeilijk om creatieve denkprocessen te begeleiden. We zijn als docenten niet specifiek getraind in bijvoorbeeld het begeleiden van brainstormen, dus het is niet gek dat hiervoor extra ondersteuning nodig is voor docenten.’

Peter en Miel hopen over vijf jaar een doorlopende leerlijn te hebben opgezet van brugklas tot profielwerkstuk. Op een manier die leerlingen aanspreekt, op basis van hun autonomie. Contact met andere WON-scholen is hierbij voor hen cruciaal, binnen de regio, een-op-een of op docentendagen. Hun advies aan andere (startende) WON-scholen: zoek contact met WON-collega’s van andere scholen. ‘Het maakt niet uit hoe klein of groot, of waar je als school specifiek tegenaan loopt, een kijkje in andermans keuken geeft altijd veel inspiratie. Je bent ook bij ons van harte welkom!’